Rotterdam subsidieert Cruise Port Rotterdam en cruiserederijen

Gemeente Rotterdam en het Havenbedrijf subsidiëren sinds jaar en dag cruiserederijen, direct via lage havengelden en indirect door financiële steun aan Cruise Port Rotterdam. Een overzicht.

Huurovereenkomst

De gemeente verhuurt een groot deel van het Rijksmonument Aankomst- en Vertrekhal aan Cruise Port Rotterdam B.V. (CPR). CPR heeft als opdracht rederijen te interesseren om Rotterdam in hun cruiseprogramma op te nemen en calls van cruiseschepen te faciliteren. CPR houdt kantoor in het monument en gebruikt het als cruiseterminal. Op dit moment is de huurovereenkomst niet openbaar. Wat volgt staat in een brief van wethouder Baljeu (VVD, Haven, verkeer en regionale economie) uit december 2013:

  1. CPR betaalt geen huur en vergoedt de gemeente niet voor de kosten van de verkeersafwikkeling op de Wilhelminapier voor de eerste 30 calls per jaar. Deze kosten neemt de gemeente op zich. De wethouder spreekt van een bijdrage.

  2. Vanaf call 31 betaalt CPR per call 5000 Euro huur en 3000 Euro voor kosten voor de verkeersafwikkeling aan de gemeente. Het zou hier gaan om een kostendekkende huur, niet om een marktconforme huur.

  3. De bijdrage van de gemeente aan de huur en verkeerskosten ter grootte van 240.000 Euro per jaar “gaat in vanaf 1 januari 2015 of zoveel later als de bouwwerkzaamheden zijn beëindigd”.

  4. Deze bijdrage loopt voor een periode van 10 jaar.

Steun:

De steun bestaat hier uit

  • “Bijdrage” van 240.000 Euro.

  • Verschil tussen marktconforme huur en kostendekkende huur. De Holland Amerikakade is een toplocatie voor commercieel vastgoed. De marktconforme huur zou dan ook aanmerkelijk hoger zijn dan de kostendekkende. Een kostendekkende huur overeenkomen met CPR betekent dus inkomsten mislopen. Het misgelopen bedrag is financiële steun.

Er speelt nog wat

Dudok huurt al jaren een deel van hetzelfde Rijksmonument. Een ruimte op de begane grond wordt gebruikt als keuken. Op de eerste verdieping is het café-restaurant Dudok aan de Maas, met een prachtig terras aan de kadezijde. Dudok aan de Maas is gesloten tijdens elke cruise call. Het is zelfs zo dat een gepland feest in het restaurant afgezegd moet worden als er onverwacht toch een cruiseschip afmeert, bijvoorbeeld vanwege slecht weer op de Noordzee. De cruise gaat altijd voor. Dit betekent:

  • waarschijnlijk betaalt Dudok niet een marktconforme huur;

  • waarschijnlijk wordt Dudok financieel gecompenseerd als er een cruiseschip aangemeerd ligt;

  • waarschijnlijk wordt Dudok financieel gecompenseerd voor misgelopen inkomsten als het een feest moet afzeggen door een onverwachte cruisecall.

Mocht dit inderdaad het geval zijn, dan loopt de gemeente inkomsten mis door de aanwezigheid van de cruiseterminal in het Rijksmonument.

Logiesbelasting

Eind 2021 vraagt Ruud van der Velden (PvdD) het College of de gemeente logiesbelasting heft over overnachtingen op zeecruiseschepen. Volgens de Verordening Logiesbelasting geldt vrijstelling alleen maar voor personen die zijn toegelaten tot een zorginstelling en voor personen die verblijven in een asielzoekerscentrum.

Het antwoord is nee, gemeente heft over die overnachtingen geen logiesbelasting. De reden is niet dat er geen plicht zou zijn die te heffen. De reden die wethouder Van Gils (D66, Financiën, organisatie, haven en grote projecten) aanvoert is vreemd en citeer ik daarom volledig:

“In de geest van logiesbelasting zit er een variabel element in de totale huur die CPR betaalt voor het gebruik van de Cruise Terminal aan de gemeente Rotterdam. Dit element is in grote mate afhankelijk van het aantal zeecruiseschepen dat Rotterdam aandoet met een vast bedrag per bezoek. Dit is een simpelere manier om per cruiseschip een bedrag te innen maar vereist daarentegen geen administratie van het aantal passagiers per cruiseschip”.

Dit is een vreemd antwoord.

  1. De wethouder stelt dat de totale huur niet alleen bestaat uit een element dat “in grote mate afhankelijk” is van het aantal calls “in de geest van logiesbelasting”, maar ook uit een ander element, dat niet varieert met het aantal calls, zoals een huur per maand voor het gebruik van het gebouw. Afgaande op de brief van wethouder Baljeu uit 2013 lijkt van het laatste geen sprake te zijn, zie hierboven. In die brief uit 2013 wordt ook met geen woord gerept over logiesbelasting als bron van inspiratie voor het variabele element.
    Als binnenkort het huurcontract openbaar wordt gemaakt zal blijken dat
    - òf wethouder Baljeu (VVD) informeerde de raad onvolledig in 2013;
    - òf wethouder Van Gils (D66) informeerde de raad onjuist in 2022.

  2. Logiesbelasting voedt het evenementenfonds van de gemeente. Niets wijst erop dat een deel van de huur naar dit fonds gaat.

  3. Logiesbelasting int de gemeente bij “diegene die gelegenheid biedt tot verblijf”. Wie is dat in geval van zeecruiseschepen? CPR ligt voor de hand, maar wellicht ook het Havenbedrijf Rotterdam (HbR). De brief suggereert dat door geen logiesbelasting te heffen CPR / HbR geen administratie hoeft te houden van het aantal passagiers per cruiseschip. Maar CPR int passagiersgelden en moet dus al een administratie met passagiersaantallen bijhouden. En ook HbR weet hoeveel passagiers aan boord zijn van elk cruiseschip dat afmeert.

    Waarom dit vreemde antwoord?

Steun

De steun bestaat hier uit het bedrag dat CRP / HbR eigenlijk verschuldigd is aan logiesbelasting.

Havengelden

Een cruiseschip betaalt havengelden, 11,8 cent per bruto ton, het op-na-laagste tarief van alle type schepen en de helft van het Amsterdamse tarief. Korting is mogelijk. Dit bedrag is zo laag omdat Rotterdam cruiseschepen wil aan trekken, zo legt een gemeenterapport uit.

Het kadegeld is gelijk voor alle type schepen, 3,36 euro per meter per dag. De AIDAprima betaalt net iets meer dan 1000 Euro per call.

Steun

De steun bestaat hier uit het verschil van een normaal tarief en het huidige tarief, vermenigvuldigd met de bruto tonnage van de cruiseschepen die Rotterdam aandoen. Wat een normaal tarief is, hangt af van veel factoren en is niet eenvoudig te bepalen.

Exploitatietekorten

De vorige keer dat het college wou dat de gemeente instemde met een miljoeneninvestering in de zeecruise, in december 2013, zijn er twee brieven gestuurd aan de raad over de exploitatie van de zeecruise (collegebrief en wethoudersbrief). Het college weet al sinds 1996 dat “de ontvangst van cruiseschepen, nu en in de toekomst, voor zowel het HbR als de gemeente onrendabel [is]”. Bij 30 calls per jaar zou het tekort 585.000 Euro zijn, bij 60 calls nog steeds 463.000 Euro. Waar het break-even punt ligt wordt niet duidelijk, evenmin of wel alle exploitatiekosten zijn meegenomen. Waar zijn bijvoorbeeld de personeelslasten van de werknemers van CPR (of de uitgaven aan ingehuurde management BVs)? Valt de huur van de parkeerplaatsen onder de verkeerskosten? En hoeveel ambtenaren hebben de cruise in hun takenpakket?

Het beeld dat ontstaat door het lezen van deze brieven—jaarlijkse exploitatietekorten, discussies over huur die uitmonden in een afboeking van 170.000 Euro door de gemeente etc.—is dat van een CPR die niet in staat is om zonder continue financiële steun op eigen benen te staan.

Dit beeld wordt bevestigd door de reactie van mevrouw Elmar, directeur van Cruise Port Rotterdam, op de vraag van de eigenaar van een restaurant in de plint van De Rotterdam waarom de dranghekken op de kade niet zoals afgesproken snel worden opgeruimd na vertrek van een cruiseschip: “weet u wel hoeveel het mij kost om die hekken steeds op te ruimen?” …

Steun

De steun bestaat hier uit het jaarlijks aanzuiveren van het exploitatietekort. De steun van de gemeente komt in de vorm van de eerder genoemde “bijdrage” aan de huur. De rest van het tekort is voor rekening van het HbR, zo staat in de wethoudersbrief.

Terugbetaalvoorwaarden ENECO-gelden

Terug naar 2022. Het college vraagt de gemeenteraad of het maximaal 11,5 miljoen Euro uit het ENECO-fonds mag gebruiken ter financiering van de helft van de kosten van de aanleg van een walstroominstallatie in het Rijksmonument op de Wilhelminapier. De subsidie komt met terugbetaalvoorwaarden.

Het is verbazingwekkend hoe weinig openheid het college geeft over deze voorwaarden. Op 23 november 2022 vergadert de raadscommissie Mobiliteit, Haven, Economie en Klimaat. Op de agenda staat alleen de zeecruise. Eigenlijk heeft het college tot nu toe, dat wil zeggen tot 22 november, alleen maar twee situaties beschreven waarin er niet terugbetaald hoeft te worden.

Meer informatie is nodig om met zekerheid te stellen of ook hier sprake is van financiële steun.

Vorige
Vorige

Besluitvormingsproces zeecruise in Rotterdam, 2013-2022

Volgende
Volgende

Klimaatdoel cruiserederij voor 2030 is niet minder CO2 uitstoot