De cruise voor alles. Bespreking van Rotterdam Cruiseport. Een studie naar toekomstige cruiselocaties

In 2015 schrijven gemeente en Havenbedrijf samen het rapport  Rotterdam Cruiseport. Een studie naar toekomstige cruiselocaties. Dit is een intern rapport. Uit het rapport blijkt het volgende.

  1. Door het verdienmodel van een cruiserederij zijn de belangen van rederijen enerzijds en de Rotterdamse middenstand en horeca anderzijds vooral tegengesteld

  2. De gemeente maakt de belangen van bewoners ondergeschikt aan die van rederijen

  3. Voor rederijen is een cruiseterminal in het centrum van de stad van ondergeschikt belang

Qua locatie is de conclusie van het rapport overigens dat de Wilhelminapier wel erg krap wordt en dat de Merwevierhaven de beste papieren heeft op een punt na: zichtbaarheid in de stad.

Cruiseschepen in Rotterdam: cruiserederij eerste plaats, lokale middenstand tweede

Hoe haal je een cruiserederij over om Rotterdam aan te doen? Het rapport is daar duidelijk over. Een rederij wil veel voor weinig geld. Dus

  1. Lage haven- en kadegelden

  2. Hoog serviceniveau van de exploitant van de terminal

  3. Hoge kwaliteit van de logistieke afwikkeling van de cruise

Maar het wil vooral dat een haven

“tegemoet komt aan de commerciële belangen van de reder”.

Dat betekent twee dingen. Een cruiserederij wil

  • “dat passagiers tijdig van en weer aan boord moeten zijn (omzet aan boord)”

Omdat de inkomsten uit ticketverkoop de operationele kosten van de cruises niet dekken, moeten reders veel winst maken op wat ze aan boord verkopen. Daar zijn ze heel goed in geworden. De tabel hieronder laat bijvoorbeeld zien dat Carnival Corporation & plc, de grootste cruiserederij met merken als Carnival, Holland America Line en AIDA, meer dan een miljard dollar verliest op de verkoop van tickets. De miljardenwinsten die het bedrijf maakt worden verdiend door wat ze aan boord aan de passagiers verkopen, inclusief de excursies.

Cruiserederijen-inkomsten-uitgaven.png

Vandaar dat passagiers weer snel aan boord moeten zijn. De schepen hebben niet voor niets talloze bars, restaurants, winkels, spa’s, gokhallen en casino’s. Rederijen gaan prat op al het vermaak dat ze aan boord aanbieden. De winstmarges zijn hier hoog, zie de tabel: 67% voor Carnival en zelfs 80% voor Norwegian. Het laatste dat een rederij wil is dat passagiers euro’s uitgeven aan wal.

Dickinson, een voormalig CEO van Carnival, zei het zo:

“The ship is the attraction, not the port of call”

Onder de onboard sales vallen ook de excursies. Het tegemoet komen aan de commerciële belangen van de reder betekent dan ook

  • “dat excursies aangeboden door reders  in kwaliteit kunnen concurreren met die van derden. Reders vinden het van groot belang dat het serviceniveau van excursies die zij zelf aanbieden hoger is (…) Praktisch gezegd: het moet bij derden niet even comfortabel zijn om de bus te pakken als de excursies van de reder. De excursie van de reder moeten een dedicated afhandeling geboden kunnen worden”

Hier staat dat Cruise Port Rotterdam lokale ondernemers die op eigen houtje excursies willen aanbieden op achterstand moet zetten. 

In een interview met RTLnieuws, beweert Elmar, directeur van de Cruise Port Rotterdam, dat ondernemers, de middenstand en de horeca “in de stad enorm profiteren”. Dit interne rapport suggereert wat anders.

Cruiseschepen in Rotterdam: cruiserederij eerste plaats, bewoners zesde

Voor het schrijven van dit rapport is gesproken met “inhoudelijke deskundigen”: gebiedsmanagers van de gemeente, Cruise Port Rotterdam, de BV die de cruise mogelijk maakt, en touroperators. De politie en stadsmarinier zijn gevraagd om informatie. Er is niet gesproken met bewoners van de Wilhelminapier. Er is overigens ook niet gesproken met bewoners van andere locaties. 

Het woord “bewoners” komt een paar keer voor in dit rapport van 52 pagina's, maar het heeft nooit betrekking op de mensen die op de Wilhelminapier wonen; het gaat om de bewoners van bijvoorbeeld Heijplaat en Katendrecht, locaties die zijn onderzocht op hun geschiktheid voor een cruiseterminal. De zorg is dat deze mensen geluidsoverlast en verslechtering van de luchtkwaliteit niet zullen accepteren. Daarom zijn het geen geschikte locaties.

Wat ook opvalt is hoe er met twee maten lijkt te worden gemeten. Lees de volgende passage en vervang  “Katendrecht” door “Wilhelminapier”:

“Katendrecht kent als bezwaren [als locatie voor de cruise terminal] dat het een woongebied in ontwikkeling is waartoe een cruiseterminal met de aantrekkende verkeersbewegingen zich uit oogpunt van overlast en verkeerskundige inpassing slecht verhoudt. Ook stedenbouwkundig wordt deze locatie ontraden vanwege het populaire woongebied en de vergevorderde plannen voor 'de pols' waardoor al het verkeer zou moeten”.

De pols van de Wilhelminapier is nog nauwer dan de pols van Katendrecht. Ook de pier is een populair woongebied in ontwikkeling. Begrijp me goed, ik wil niet dat Katendrecht de cruise krijgt. Maar waarom wordt dezelfde redenering niet toegepast op de Wilhelminapier?

Gaat het dan nooit over de bewoners van de Wilhelminapier? Het gaat vooral om hun “verwachte mate van acceptatie” van toenemende overlast in een zin als:

“De mate van groei van de cruisemarkt op de pier, inclusief de (…) aanvullende parkeervoorziening [op de Baltimore locatie], moet afgewogen worden tegen de verwachte mate van acceptatie van de toenemende verkeersdrukte op de pier en het toeleidende wegennet bij toenemend aantal gebruikers en cruisepassagiers op de pier”. 

Pas in het vervolg van dit citaat gaat het weer expliciet over mensen: 

“Voor de kwaliteit van de cruisevoorziening is bovendien relevant dat ook de cruisepassagiers zèlf hiervan [d.w.z., van de toenemende verkeersdrukte] de overlast ondervinden”. 

Dat de bewoners op de pier niet op de eerste plaats staan als de cruise terminal op de Wilhelminapier blijft is duidelijk:

“Voldoende capaciteit voor volledige groei [van de cruise op de pier]—afgezien van dubbele calls van de grootste schepen—is alleen mogelijk als de cruisefaciliteiten leidend worden voor de ontwikkeling van de Wilhelminapier … Dat kan er op neer komen dat de ontwikkelplannen van de pier neerwaarts moeten worden bijgesteld” 

Het rapport beveelt aan, als eerste punt voor een locatie-specifiek masterplan, om “bijzondere aandacht [te hebben] voor de belangen van reders, het hiermee samenhangende serviceniveau en voorzieningen en de landzijdige logistiek”. De effecten voor de lokale economie staan op de derde plek. En de bewoners? Zij vallen waarschijnlijk onder “de omgeving van de terminal” waarvoor een “acceptabel milieu” nodig is. Zesde en laatste plek. 

Wat vinden reders belangrijk aan een cruise terminal?

Ook hierover is het rapport duidelijk:

  1. “Zaken als veiligheid en service aan de passagier staan altijd voorop”

  2. “De ambiance of entourage van de locatie is niet onbelangrijk maar speelt geen doorslaggevende rol. De zichtbaarheid van de stad voor passagiers of de zichtbaarheid van het schip ín de stad—één van de strategische doelstellingen van de gemeente en het Havenbedrijf—is voor reders veel minder van belang”

  3. “De terminal op zich, als historisch gebouw en/of de HAL-geschiedenis is geen “unique selling point” voor een rederij”

Een terminal in de stad of zelfs in het centrum is voor reders niet belangrijk; ook een historisch gebouw niet. De foto hieronder uit het rapport laat duidelijk zien waarom een historisch gebouw geen “unique selling point” is: de cruiseschepen zijn zo groot dat passagiers er overheen kijken.

Bron: besproken rapport

Het is dan ook geen wonder dat de meeste steden ter wereld een cruiseschip gewoon als zeeschip behandelen: het schip ligt in de haven, bij een functioneel gebouw met grote parkeerplaats voor bussen en ruimte voor vrachtwagens en dichtbij de snelweg. Dat is geen “low budgetterminal”, zoals wethouder Van Gils (Havens en Grote Projecten en Financiën, D66) beweert in een interview met Rijnmond TV. Dat is gewoon praktisch. En het scheelt 4 uren varen op de rivier en dus tonnen brandstof.

De auteurs van het rapport lijken echter geobsedeerd door de uitstraling van een cruiselocatie; het belang van deze uitstraling pleit zelfs in het voordeel van de “kwalitatief hoogwaardige stedebouwkundige omgeving” van de Parkkade… 

Vorige
Vorige

Mythe 1: “De cruise levert Rotterdam, gemiddeld per call, een miljoen op”

Volgende
Volgende

Cruiseschepen in Rotterdam: rapporten gemeente en Havenbedrijf en het geheimzinnige rapport van Cruise Port Rotterdam